Het
gemeenschappelijke huis Europa
A.
De eenheid van de Christenheid
-
1. De
vernederende ervaring van de terechtstelling van hun rabbi aan het kruis
stortte diens kleine gemeenschap in een bodemloze vertwijfeling. Zij verborgen
zich of vluchtten weg uit Jeruzalem. Twee van deze leerlingen, wellicht
een echtpaar, waren op weg naar Emmaüs toen een vreemdeling zich bij
hen aansloot. Hij verklaarde hun de verwarde gebeurtenissen van de afgelopen
dagen en opende hun harten voor een nieuw verstaan van de heilige schriften.
Aan het breken van het brood herkenden zijn hem. Maar hij verdween uit
hun ogen. Met brandend hart keerden zij terug naar Jeruzalem en zochten
de andere medeleden van de kleine gemeenschap op om hun belevenis aan hen
te vertellen. Ook de anderen hadden elkaar opgezocht want allen hadden
iets dergelijks ervaren en tezamen maakten zij zich er een beeld van: hij
is sterker dan de dood, hij heeft die overwonnen, hij is opgestaan!
-
2. Door
het meervoud van de getuigenissen wordt het geloofwaardig! Toen en nu.
Geheel verschillende mensen op verschillende plaatsen melden gelijksoortige
ervaringen. En vol vreugde delen zij die met anderen. En zo ontstaat in
gemeenschap de blijde boodschap van het christendom.
-
3. Ook
heden leeft Christus in zijn kerk. Op verschillende plaatsen en op verschillende
wijzen ervaren mensen dat hij is opgestaan en bron van hoop is.
-
4. Daarom
ziet het Tweede Vaticaans Concilie in het herstellen van de eenheid van
alle christenen een van zijn hoofdopgaven, omdat de verdeeldheid „zeker
duidelijk in strijd is met de bedoeling van Christus“; immers „zij is ook
een ergernis voor de wereld en de heilige taak van de evangelieverkondiging
aan alle schepselen wordt erdoor geschaad“ (Vaticanum II, UR 1). Daarbij
moeten de kerken niets van hun in de loop der eeuwen gegroeide traditie
noch van ieders eigen profiel ten gunste van een nog te maken ‚eenheidsbelijdenis‘
opgeven. „Kerken moeten kerken blijven en één kerk worden“
(J. Ratzinger). Er kan geen ‚opnieuw verenigde‘ kerk zijn zonder een uitgebalanceerd
met elkaar en in elkaar zijn van eenheid en verscheidenheid. Wie de eenheid
wil bevorderen moet ook de verscheidenheid bevorderen. Het concilie verwacht
daarom: „Met behoud van de eenheid, waar die geboden is, moeten allen in
de kerk overeenkomstig de taak die ieder heeft, ruimte geven aan de nodige
vrijheid in de verschillende vormen van geestelijk leven en van kerkelijke
discipline, alsook in de verscheidenheid van liturgieën en zelfs in
het theologisch doordenken van de geopenbaarde waarheid. In alles moeten
zij echter de liefde beoefenen.“ (Vaticanum II, UR 4)
-
5. Vier
zuilen houden volgens Konrad Raiser het gebouw van het christendom staande:
de ene doop, het ene credo, de ene gemeenschapsmaaltijd en de wederzijdse
ambtserkenning. Bij het vergelijken van de leerstellingen zoals die in
de onderscheiden belijdenissen van de ene kerk naar voren gebracht worden,
„moeten zij bedenken dat er in de katholieke waarheden een rangorde of
hiërarchie bestaat“ (Vaticanum II, UR 11). Juist deze nadruk op de
‚hiërarchie van waarheden‘ maant ons dringend aan te bedenken dat
niet alle geloofswaarheden dezelfde waardeplaats toekomt in het geheel
van het geloof.
-
6. Ondanks
de mooie woorden van alle kanten komt de oecumene jammer genoeg slechts
moeizaam vooruit. Zo heeft het Oecumenisch Directorium (‚Richtlijnen voor
de toepassing van de beginselen en normen inzake de oecumenische beweging‘
van de pauselijke raad voor de bevordering van de eenheid der christenen,
op 25.3.1993 door paus Johannes Paulus II goedgekeurd) vele christenen
ontgoocheld. Het legt weliswaar de nadruk op de doop als de sacramentele
band van de eenheid tussen alle christenen van de gescheiden kerken (nr.
92 vv.), maar het wordt „afgeraden“ (nr. 115) om een oecumenische viering
op zondag te houden. Juist met het oog op een spoedig na te streven avondmaalsgemeenschap
is deze bepaling te betreuren, temeer daar het Tweede Vaticaans Concilie
in het decreet over het oecumenisme erop wijst dat de eucharistie de eenheid
van de kerk niet alleen „betekent“ maar ook „bewerkt“ (UR 2).
-
7. Het
concilie heeft met zijn communiotheologie en met het zelfverstaan van de
kerk als ‚Volk van God‘ de weg gewezen die in de toekomst te gaan is. Door
het gemeenschappelijk deelhebben aan de ene Heer dat door de doop gegeven
is, kan de avondmaalsgemeenschap niet gemakkelijk uitgesloten worden, daar
zij de innerlijke consequentie is van het ene en ondeelbare deelhebben
aan Christus. De bisschoppen moeten zich ernstig de vraag stellen wat de
werkelijke argumenten zijn voor hun nee van tot nu toe, ook al is dat niet
categorisch, ten aanzien van de avondmaalsgemeenschap of minstens van de
eucharistisch gastvrijheid voor alle christelijke kerken.
-
8. Het
Forum van Europese Christenen verwachte dat de Europese Bisschoppensynode
het proces van de oecumene moedig en vastberaden bespoedigt en dat zij
hun bedenken ten aanzien van de eucharistische gastvrijheid opgeeft.
B.
De dialoog met de joden van Europa
-
1. De
totalitaire experimenten van deze eeuw in Europa hebben de integratie van
de Joden in de betreffende Europese naties in weinig jaren bijna geheel
tenietgedaan en een genocide van onbeschrijfelijke omvang begaan. Deze
integratie was door christelijke intolerantie eeuwenlang verboden en pas
door de Verlichting en de secularisatie langzaam mogelijk geworden.
En dat alles terwijl de Europese cultuur juist aan hen, de gemarginaliseerden
joodse medeburgers, zo belangrijke bijdragen danken. Het is voldoende om
de namen te noemen van Spinoza, Freud of Einstein. Het gaat er nu om een
verzoeningsdaad te stellen voor eeuwenlang onrecht.
-
2. Maar
afgezien van dit feit past het christenen niet te vergeten dat wij, aldus
Paulus, als twijgen van een wilde olijf op een edele olijf (het joodse
volk) zijn geënt. „Verhef je niet boven de takken. Wil je je verheffen,
bedenk dat de wortel jou draagt en niet jij de wortel“ (Rom 11,18). Als
wij werkelijk onze traditie en onze wortels willen kennen, dan mogen we
niet slechts tweeduizend jaar teruggaan maar moeten wij proberen het geloof
van Jezus te onderzoeken, zijn wortels en traditie, evenals ook de huidige
uitdrukkingen van het geloof en van de cultuur van dat volk dat „Gods eerste
liefde‘ is.
-
3. Het
Forum van Europese Christenen verwacht van de Europese Bisschoppensynode
dat de betrekkingen tussen christenen en joden in Europa als een prioriteit
van de interreligieuze dialoog wordt gezien en geïnstitutionaliseerd.
C.
De dialoog met de moslims van Europa
-
1. Ook
aan de islam dankt Europa belangrijke bijdragen. Zijn filosofen en wiskundigen
hebben de grondslag gelegd voor de geestes- en natuurwetenschappen in Europa.
De invloed van hun mystici op de Spaanse mystiek van o.a. Theresia van
Avila, Johannes van het Kruis of Ignatius van Loyola en, via dezen, op
het hele avondland, is niet weg te denken.
-
2. Sinds
de hedendaagse volksverhuizingen die door de globalisering en de wereldwijde
uitbreiding van de markteconomie steeds meer mensen uit het zuiden en oosten
naar West-Europa drijven, wordt het aantal moslims in Europa steeds groter.
Vaak gaat het om mensen die ontworteld en in hun vaderland ‚teveel‘ zijn;
zij zetten hun hoop op Europa maar moeten zich hier echter vaak ervaren
als ongewenste vreemdelingen. De islam wordt voor hen tot symbool van mensenwaarden
en tot ruggengraat van hun identiteit: zij proberen op hun vraag naar menselijkheid
het antwoord te vinden van een God voor wie zij geen ongewenste vreemden
zijn maar geliefde en bevestigde mensen.
-
3. Wij
moeten een gemeenschappelijk Europa van de 21ste eeuw opbouwen maar
het is wellicht niet teveel gevraagd als wij ons als christenen, joden
en moslims bezinnen op de hoogcultuur van de tolerantie tussen de drie
godsdiensten, zoals die in het middeleeuwse Spanje onder het kalifaat opbloeide.
-
4. Het
Forum van Europese Christenen verwacht van de Europese Bisschoppensynode
dat het vijandbeeld van de islam systematisch afgebouwd wordt. De islam
die zich hier in Europa ontwikkelt moet in zijn eigen waarde worden erkend.
De dialoog met vertegenwoordigers van de islam in Europa moet bevorderd
en geïnstitutionaliseerd worden en niet alleen met de religieuze maar
ook met de politieke instanties, zowel in de afzonderlijke Europese landen
als bij de instanties van de Europese Unie.
D.
De dialoog met de moderniteit
-
1. De
honger naar spiritualiteit en transcendentie en de zoektocht naar zingeving
zijn in de maatschappij van dit einde van de twintigste eeuw wezenlijke
kenmerken van een overwegend aantal van haar mensen. Maar het rad van de
geschiedenis is niet terug te draaien. Waarden als de democratie of de
mensenrechten bouwen voort op de overwinning van de rationaliteit. Zo ook
van de wetenschappelijke vooruitgang die op de hele planeet de levensverwachting
van zijn bevolking laat stijgen en ongehoorde mogelijkheden opent om de
hele mensheid uit grote materiële nood te bevrijden. De ontwikkeling
is tot nu toe zeer ongelijktijdig verlopen en heeft de verschillen in materiële
welvaart en politieke vrijheid in de onderscheiden naties van de aarde
sterk vergroot. Ook worden de gevaren van een ongecontroleerde vooruitgang
steeds zichtbaarder. Toch hebben de op de rationaliteit gegronde waarden
van de democratie, de mensenrechten en de materiële vooruitgang universele
geldigheid bereikt en worden zij wereldwijd door alle mensen als na te
streven doelen gezien. Rationaliteit vooronderstelt echter de ontwikkeling
van het individu en van zijn streven naar individualiteit. En dat stemt
beslist overeen met de christelijke antropologie van de menselijke persoon
en van zijn waarde.
-
2. De
honger naar spiritualiteit en transcendentie en de zoektocht naar zingeving
kunnen heden ten dage niet meer bevredigd worden met antwoorden die bedacht
zijn voor vragen van een afgesloten tijdperk. Wij staan allemaal radeloos
zoals de leerlingen van Emmaüs. De oude verklaringsmodellen werken
niet meer. Wie opent onze ogen voor de diepere bedoeling van de heilige
schriften? Waar is de vreemdeling die met ons meegaat, die wij zien maar
niet herkennen? Wanneer breekt hij het brood dat wij allen nodig hebben
om te leven, en deelt hij het met ons?
-
3. Het
gemeenschappelijke huis van Europa kan slechts gebouwd worden wanneer wij
bereid zijn wederzijds naar elkaar te luisteren door ieders existentiële
vragen en ieders pogen daarop te antwoorden, ernstig te nemen. Europa bestaat
uit vele verschillende naties met heel onderscheiden tradities en gevoeligheden.
Europa verenigt op haar bodem verschillende religieuze tradities. Allen
hebben er recht op om het gemeenschappelijke huis vorm te geven. Alleen
gemeenschappelijk wordt de zingeving gevonden. Slechts als die door een
meerderheid aanvaard wordt, kan zij geldigheid hebben.
-
4. Het
Forum van Europese Christenen verwacht dat door de Europese Bisschoppensynode
ernstige inspanningen worden ondernomen om de vooral onder de jongere en
de middengeneratie aftekenende hunkering naar spirituele ervaring te erkennen
en de nieuwe religieuze milieus en godsdienstvormen die daarbij ontstaan,
niet buiten te sluiten maar zoveel mogelijk te integreren. Het verwacht
verder dat de moderniteit met respect en belangstelling geanalyseerd wordt,
in een ernstige inspanning om de tekenen van de Geest erin te onderkennen,
met deemoed voor Gods leiding.
De concilieteksten
zijn ontleend aan het decreet ‚Unitatis Redintegratio‘.
Uitnodiging
„Voor
ons is de tijd gekomen om in het voetspoor van de paus niet slechts opnieuw
te bevestigen dat de kerk de gemeenschap van Jezus‘ leerlingen is maar
om te zorgen dat de mensen van nu de kerk werkelijk ervaren.“
Bisschop
Peter James Cullinane
voorzitter
van de Nieuw-Zeelandse Bisschoppenconferentie
op
de Synode voor Oceanië, herfst 1998
Om
op het Forum van Europese Christenen in Rome (7-9 oktober 1999) deze tekst
intensief in discussie te kunnen nemen is het noodzakelijk dat nu al vele
vrouwen en mannen meewerken en meedenken.
Wij
verzoeken derhalve alle lezeressen en lezers om hun commentaar, zo spoedig
mogelijk maar uiterlijk tot 15 september, naar het hieronder volgende adres
te mailen. Denkt u eraan dat wij wellicht een groot aantal bijdragen te
verwerken zullen krijgen. Wij vragen u daarom zo kort en concreet mogelijk
uw standpunt uiteen te zetten en wij wijzen u er tegelijk ook op dat bij
het verwachte aantal niet alle bijdragen in het document verwerkt zullen
kunnen worden.
Desondanks
rekenen wij op uw medewerking en hopen de synode uit haar gouden bisschopskooi
te kunnen bevrijden en haar tot een zaak van het hele kerkvolk te maken.
Uw
commentaar graag naar:
IMWAC@aol.com
|